Onderwijs en Armoedebestrijding

We staan in verschillende steden voor leergangen over armoedebestrijding. Spannend zijn vooral de steden die deelnemen aan het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid. In die NPLV-gebieden wonen bij elkaar een miljoen mensen. Er gaat steeds een fysieke gebiedstransformatie gepaard met sociale wederopbouw. Dat is althans de ambitie. In de praktijk is het zeer lastig om de fysieke en sociale disciplines met elkaar te verbinden. Daar gaan die leergangen ook over. Daar komen we later wel op terug. Wat we op deze plaats willen doen is telkens een ‘flitsles’ armoedebestrijding opschrijven. U moet zich voorstellen dat je, wanneer je met twintig mensen vier of vijf dagdelen met elkaar over armoedebestrijding praat, regelmatig de vraag naar een ‘recap’ opdoemt: vat nu eens in een paar alinea’s samen wat de hoofdlijn is.

Vandaag die ‘recap’ voor het onderwijs. We gebruiken daarvoor de metafoor van de euro: als je als je als wethouder een euro krijgt om met onderwijs de armoede te bestrijden, wat zou je dan doen?
Onze ‘educated guess’: die euro in vier kwartjes splitsen. En elk kwartje kan deel uitmaken van de lokale onderwijsagenda.

Het eerste kwartje: completeer de voor- en vroegschoolse educatie.

Er is veel onderzoek waaruit blijkt dat ongelijke kansen op het moment van de eerste schoolgang, niet meer ingelopen kunnen worden. Sleutel is de taligheid. Actief taalgebruik in de voorschoolse jaren in kinderopvang, peuterspeelzalen, gezinscoaching en bibliotheek kan latere problemen voorkomen. De Wereldbank vindt vve – voor- en vroegschoolse educatie – een adequate manier om ongelijkheid van onderwijskansen te bestrijden. Zelfs het kabinet-Schoof – dat aan weinig gestructureerds is toegekomen – nam deze redenering over. Maar er blijken nog steeds behoorlijke gaten in het gebruik te zitten. Werk aan de winkel.

Het tweede kwartje zou naar versterking van de doorstroom van mbo naar hbo kunnen gaan. De huidige startkwalificatie (niveau 2 van het mbo) is achterhaald. Je komt er niet verder mee dan tijdelijk werk, de flexibele schil. Niveau 4 is (nu nog) kwalificerend, maar als je kijkt naar de afstudeerleeftijd – 20 jaar – is dat rijkelijk jong. Onderzoek toont aan dat elk jaar langer in het onderwijs zowel de persoon beter kwalificeert als de economie sterker maakt. Daarom: zet je kaarten op zoveel mogelijk mensen tot hun 22ste in het onderwijs. Er bestaat intussen een ‘associate degree’, een diploma van tweejarig hbo dat de praktische kant van het mbo combineert met de ‘21st century skills’ van het hbo. Dat is voor honderdduizenden jongeren een stevige basis voor een loopbaan.

US National Archives, Wikimedia Commons

Het derde kwartje: buitenschoolse activiteiten voor leerlingen uit de 15% gezinnen met de laagste inkomens. Op dit moment is het inkomens- en opleidingsniveau van de ouders een goede voorspeller van de onderwijskansen (is overigens niet altijd zo geweest). De school kan de achterstand niet alleen repareren. De school heeft daarom ‘bondgenoten’ nodig: para-schoolse acties als sport, cultuur, huiswerkbegeleiding, eten, avondbesteding. De school zou de regie op zich kunnen nemen en maatschappelijke partners in de uitvoering kunnen betrekken. Een sportvereniging kan – bijvoorbeeld – enorm bijdragen aan contextverrijking voor een leerling uit een geïsoleerde omgeving.

En het vierde kwartje: tweede kans- en avondonderwijs voor de ouders uit de laagste 15% inkomensgroepen. Niets is stimulerender dan een lerende omgeving, schoolgebouwen waar ’s avonds het licht brandt. In de jaren 1970 en 1980 was de verwachting dat Nederland een lerende samenleving zou worden. De UNESCO maakte furore met het begrip ‘education permanente’. Maar het enthousiasme  uit die tijd is stilgevallen. Talloze mensen zien na hun initiële opleiding geen schoollokaal meer van binnen. Dat is een gemiste kans. Misschien wel voor iedereen, maar zeker ook voor ouders van de kwetsbare leerlingen. Internationale ervaringen wijzen er op dat het niet eens zo belangrijk is WAT het leeraanbod is. Ook hobbymatige en kunstzinnige activiteiten zijn goed, zolang ze maar structuur en contextverrijking bieden.

De kunst is dat je elk kwartje zo besteedt, dat er een multiplier uitkomt, een effect van een veelvoud van dat kwartje. Als je bijvoorbeeld vve combineert met volwasseneducatie, kun je hele buurten activeren.

Volgende keer nieuwe flitslessen armoedebestrijding.

Gerelateerde artikelen

Column: De Amerikaanse middeleeuwen

De Amerikaanse middeleeuwen Protestanten tijdens de recente "No Kings" demonstraties in Amerika. Bron: Pexels We komen nog steeds woorden en begrippen te kort om het fenomeen Trump te verklaren. Maar de afgelopen paar [...]

Een socioloog kijkt naar de wooncrisis

Een socioloog kijkt naar de wooncrisis Afbeelding: Duizend Woningen per Dag, RedVector Adobestock ‘Het strengste asielbeleid ooit’. Het is onze grootste regeringspartij in de mond bestorven. En honderdduizenden kiezers zeggen het [...]

Meer artikelen

Minka’s Kleine Wereldstad

Minka's Kleine Wereldstad Inmiddels werk ik alweer ruim acht maanden bij Blaauwberg. Ik weet nog goed dat ik net een maand binnen was, nog druk bezig om de Ondernemersfondsen een beetje onder [...]

Onderwijs en Armoedebestrijding

Onderwijs en Armoedebestrijding We staan in verschillende steden voor leergangen over armoedebestrijding. Spannend zijn vooral de steden die deelnemen aan het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid. In die NPLV-gebieden wonen bij elkaar [...]

Lana drie weken introductie

Introductie Lana: drie weken Blaauwberg Na drie weken in dienst nu al een eerste stuk in Blaauwdruk? Ja, soms kan het zo snel gaan! De insteek? Mijn eerste zogenaamde Blaauw - indruk. [...]

Neem contact op

Neem contact met ons op via bijgaande contactgegevens. Wij komen spoedig met een reactie.

Inschrijven voor onze nieuwsbrief: