Huiselijk geweld en kindermishandeling: kosten en opbrengsten van een civilisatieproces

“In de verzorging en opvoeding van het kind passen de ouders geen geestelijk of lichamelijk geweld of enige andere vernederende behandeling toe.”

Dit citaat komt uit het Burgerlijk Wetboek en is onderdeel van artikel 247. U mag raden wanneer dit artikel in Nederland bij wet is vastgelegd. Was dat:

A. in 1838?

B. in 1970?

C. in 2007?

De “pedagogische tik”

Het goede antwoord is C. Pas in 2007, na een maatschappelijk debat over de ‘pedagogische tik’ wist minister Piet Hein Donner wettelijk vast te leggen dat je (je) kinderen niet meer mag slaan. Dat is pas 18 jaar geleden. Daarvoor was het maatschappelijk geaccepteerd dat je kinderen mocht slaan. Zelfs dat het soms pedagogische waarde had (de “pedagogische tik”). We zijn snel aan het verbod gewend geraakt, we kunnen het ons al bijna niet meer voorstellen dat het anders was.

Overigens werd in 1838 het Burgerlijk Wetboek ingevoerd (met als artikel over ouderschap: “De ouders zijn verpligt hunne minderjarige kinderen te onderhouden en op te voeden.”). In 1970 werd het onderdeel ‘personen en familierecht’ vernieuwd, maar nog zonder het expliciete verbod op de ‘pedagogisch tik’. Dat kwam dus pas in 2007. Sindsdien wordt geweld in de opvoeding als maatschappelijk probleem bestreden en niet meer als een privékwestie beschouwd.

Het civilisatieproces van Norbert Elias

Het verbieden van de ‘pedagogische tik’ is bij uitstek een voorbeeld van het civilisatieproces, een begrip dat de socioloog Norbert Elias in 1939 beschreef in zijn gelijknamige boek. Volgens Elias is het civilisatieproces een geleidelijk proces van gedragsregulering, waarbij individuen leren om hun impulsen te beheersen en zich aan te passen aan complexere sociale structuren.

Bij dat civilisatieproces hoort een afnemende tolerantie voor afwijkend gedrag zoals criminaliteit, overlast, huiselijk geweld, geweld tegen vrouwen en kindermishandeling. De grenzen van wat maatschappelijk nog wel en wat niet geaccepteerd wordt, zijn in beweging.

De Me-too-beweging is daar een krachtig voorbeeld van: in korte tijd is grensoverschrijdend gedrag niet meer (oogluikend) geaccepteerd. Daar zit een cultureel aspect aan (wat vinden we wel en niet normaal gedrag), maar ook een wettelijk. Wetten en maatschappelijke normen versterken elkaar in dit geval. En naarmate die grenzen wettelijk worden vastgelegd, neemt de rol van de overheid in het handhaven en bevorderen van normen toe.

Maatschappelijke kosten van huiselijk geweld en kindermishandeling

Bij een grotere rol van de overheid hoort ook een gecoördineerde bestrijding van huiselijk geweld en kindermishandeling. Niet alleen in het handelen op incidenten met justitie en zorg, maar ook in de preventie. Hoe eerder je signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling op kan sporen, hoe beter escalatie en herhaling kan worden voorkomen. Preventie is uiteraard nog beter. Beide (vroegtijdige aanpak en preventie) vragen om een gecoördineerde (overheids)aanpak.

Dat kost geld. Politie, Veilig Thuis, Openbaar Ministerie, de Rechtspraak, Jeugdzorg, de Raad voor de Kinderbescherming, sociale wijkteams, het zijn nog maar enkele van de instanties die zich met het tegengaan van huiselijk geweld en kindermishandeling bezighouden.

Maar de kosten van dat geweld zijn nog vele malen hoger.

Naar aanleiding van het Programmaplan GiA (Samen voor Veilig) Noord-en Midden-Limburg 2025-2030 maakten we op basis van bestaand onderzoek een inschatting van de kosten die overheid en samenleving in de huidige situatie maken.

Daarvoor moeten we internationale en landelijke cijfers vertalen naar Noord- en Midden-Limburg. Onderzoeksgegevens op regionale schaal zijn niet voorhanden.

Bij de kosten van huiselijk geweld en kindermishandeling gaat het om twee soorten kosten:

De directe kosten op korte termijn, zoals ziekenhuiszorg, geestelijke gezondheidszorg, jeugdzorg, pleegzorg en justitiële afhandeling.
De indirecte kosten vanwege de gevolgen op lange termijn, zoals deelname aan speciaal onderwijs, criminaliteit, volwassenengezondheidszorg (psychologische of verslavingszorg), uitkeringsafhankelijkheid en verlies van economische productiviteit. Slachtoffers van huiselijk geweld en kindermishandeling hebben een lange reeks van jaren een grotere zorgvraag, zijn later vaker afhankelijk van uitkeringen en kennen meer gederfde arbeidsproductiviteit. Geweld tekent je voor een lange reeks van jaren.

Elk jaar krijgen naar schatting 1,3 miljoen mensen in Nederland (van 16 jaar en ouder) te maken met enige vorm van huiselijk geweld, waarbij het in 200.000 gevallen gaat om ernstig en herhaald geweld. Jaarlijks zijn er naar schatting 90.000 tot 127.000 kinderen slachtoffer van één of andere vorm van kindermishandeling.

Wie de kosten van huiselijk geweld terugdringt door goede preventie en vroegtijdige interventie, kan een multiplier verwachten in de vorm van kostenreductie in de zorg, uitkeringsafhankelijkheid (inclusief beroep op de Wmo) en economische activiteit.

Langs verschillende lijnen kunnen we tot een schatting komen (tabel 1).

Tabel 1 Landelijke en Europese cijfers over de maatschappelijke kosten van huiselijk geweld en kindermishandeling

Onderbouwing Conclusie
Het Trimbosinstituut onderzocht in 2016 de kosten van kindermishandeling. Dit onderzoek toonde aan dat kindermishandeling op latere leeftijd leidt tot extra kosten, zoals zorgkosten en economisch productiviteitsverlies. De jaarlijkse meerkosten per slachtoffer lopen van € 869 tot € 2.893 per slachtoffer, afhankelijk van het type misbruik.

De totale maatschappelijke kosten voor Nederland zijn geschat op € 3,5 miljard voor emotionele schade, € 1,2 miljard voor psychische mishandeling, € 915 miljoen door fysiek misbruik, € 1,2 miljard door seksueel misbruik en € 4,1 miljard voor combinaties van verwaarlozing, geweld en misbruik. Slachtoffers maken later in hun leven intensiever gebruik van zorg en uitkeringen en participeren minder in het arbeidsproces, wat jaar na jaar doorwerkt.

Indirecte kosten van € 869 tot € 2.893 per slachtoffer van kindermishandeling per levensjaar – totaal € 10,9 miljard per jaar als gevolg van kindermishandeling
Het European Institute for Gender Equality (EIGE) komt voor huiselijk geweld op € 174 miljard aan werkelijke jaarlijkse directe en indirecte kosten in de Europese Unie in 2019.[1] Voor Nederland komt het EIGE uit op € 6,8 miljard per jaar. Dat is ongeveer 0,85 % van het BBP. Jaarlijkse schade van 0,85 % van het BBP als gevolg van huiselijk geweld
Volgens Atria (onderzoek uit 2020) kost huiselijk geweld de Nederlandse overheid jaarlijks ongeveer € 280 miljoen.[2] Gecorrigeerd voor inflatie sinds 2020 zou dit in 2025 ongeveer € 336 miljoen zijn.

Willem Jan Meerdings onderzoek uit 2005 schat de jaarlijkse kosten van de gevolgen van kindermishandeling op € 965 miljoen.[3] Dit omvat € 192 miljoen aan directe kosten voor zorg, jeugdhulpverlening en justitiële jeugdzorg (maar exclusief extra kosten voor politie, rechterlijke macht en onderwijs) en € 789 miljoen aan indirecte kosten voor speciaal onderwijs, latere medische zorg en criminaliteit (maar exclusief verminderde economische productiviteit). Gecorrigeerd voor inflatie betekent dit een totaal van ongeveer € 1,5 miljard, waarvan € 288 miljoen directe en € 1.2 miljard indirecte kosten.

 Directe overheidskosten van € 624 miljoen per jaar, waarvan € 336 miljoen als gevolg van huiselijk geweld en € 288 miljoen als gevolg van kindermishandeling

[1] EIGE, The costs of gender-based violence in the European Union (2021). Het gaat daarbij om “intimite partner violence”. Voor alle vormen van “gender based violence” gaat het € 366 miljard per jaar. In Nederland is dat € 14,1 miljard.

[2] https://atria.nl/nieuws-publicaties/geweld-tegen-vrouwen/wat-is-verband-tussen-economische-zelfstandigheid-en-huiselijk-geweld/

[3] https://slideplayer.nl/slide/2127268/ en De maatschappelijke kosten van Kindermishandeling in Kindermishandeling, de politiek een zorg (2005)

Doorvertaling naar Noord- en Midden-Limburg

Als we die landelijke en Eur0pese cijfers vertalen naar Noord- en Midden-Limburg (483.00 inwoners, oftewel 2,7% van de Nederlandse bevolking) komen we uit op de schatting dat de gevolgen van huiselijk geweld en kindermishandeling de Noord- en Midden-Limburgse samenleving € 561 miljoen per jaar kosten.

De directe overheidskosten (vooral op de korte termijn, zoals ziekenhuiszorg, geestelijke gezondheidszorg, jeugdzorg, pleegzorg en justitiële afhandeling) bedragen circa € 16,9 miljoen per jaar.

Tabel 2 Maatschappelijke en overheidskosten van huiselijk geweld en kindermishandeling in Noord- en Midden-Limburg

Onderbouwing Conclusie
Het onderzoek van het Trimbos-instituut uit 2016 komt alleen voor de gevolgen van kindermishandeling landelijk uit op circa € 10,9 miljard per jaar. Gecorrigeerd voor inflatie betekent dat voor Noord- en Midden-Limburg circa € 382 miljoen in 2025. Jaarlijks € 382 miljoen vanwege de gevolgen van kindermishandeling
Het bruto regionaal product van Noord- en Midden-Limburg was in 2019 ongeveer €21 miljard (CBS Statline). Er zijn geen aanwijzingen dat het aantal gevallen van huiselijk geweld hier anders is dan in andere regio’s. Daarom kunnen we ook hier de 0,85 % van het BBP toepassen. De maatschappelijke kosten bedragen dan jaarlijks circa €179 miljoen, inclusief directe en indirecte kosten. Jaarlijks € 179 miljoen vanwege de gevolgen van huiselijk geweld (exclusief kindermishandeling)
Op basis van bovenstaand onderzoek van het Trimbos-instituut en van EIGE komen we uit op maatschappelijke kosten (direct en indirect) van € 382 miljoen per jaar als gevolg van kindermishandeling en € 179 miljoen als gevolg van huiselijk geweld.

Geschatte kosten als gevolg van huiselijk geweld en kindermishandeling: € 561 miljoen per jaar
Op basis van het onderzoek van Movisie en Meerding komen we voor 2025 op directe overheidskosten van circa € 16,9 miljoen per jaar: € 9,1 miljoen voor huiselijk geweld en € 7,8 miljoen voor kindermishandeling. Directe jaarlijkse overheidskosten van circa € 16,9 miljoen per jaar

Het gaat om jaarlijks terugkerende aantallen. Met gevolgen die zich kunnen uitstrekken over een heel leven. Waarbij het dus niet alleen gaat om directe zorgkosten, maar bijvoorbeeld ook om blijvende kwetsbaarheid en oververtegenwoordiging in uitkeringsafhankelijkheid. Elk jaar weer. En dat telt flink op. Bovendien weten we dat slachtoffers van huiselijk geweld en kindermishandeling zelf ook een vergrootte kans hebben om op enig moment in hun leven dader te worden.

Om de cirkel van geweld en de gevolgen daarvan te doorbreken en maatschappelijke koster terug te dringen, is een lange adem nodig en een langjarig investeringsprogramma.

We zitten nog midden in het civilisatieproces.

Gerelateerde artikelen

Column: De Amerikaanse middeleeuwen

De Amerikaanse middeleeuwen Protestanten tijdens de recente "No Kings" demonstraties in Amerika. Bron: Pexels We komen nog steeds woorden en begrippen te kort om het fenomeen Trump te verklaren. Maar de afgelopen paar [...]

Een socioloog kijkt naar de wooncrisis

Een socioloog kijkt naar de wooncrisis Afbeelding: Duizend Woningen per Dag, RedVector Adobestock ‘Het strengste asielbeleid ooit’. Het is onze grootste regeringspartij in de mond bestorven. En honderdduizenden kiezers zeggen het [...]

Meer artikelen

Kennismiddag ondernemersfondsen

VRIJDAG 20 JUNI 2025, 14.30 - 17.00 KENNISMIDDAG: 20 JAAR ONDERNEMERSFONDS Op vrijdag 20 juni organiseert Blaauwberg een kennismiddag voor beginnende ondernemende fondsen. En voor bestaande fondsen die een leuke middag willen meemaken. [...]

Een socioloog kijkt naar de wooncrisis

Een socioloog kijkt naar de wooncrisis Afbeelding: Duizend Woningen per Dag, RedVector Adobestock ‘Het strengste asielbeleid ooit’. Het is onze grootste regeringspartij in de mond bestorven. En honderdduizenden kiezers zeggen het [...]

Neem contact op

Neem contact met ons op via bijgaande contactgegevens. Wij komen spoedig met een reactie.

Inschrijven voor onze nieuwsbrief: