Een socioloog kijkt naar de wooncrisis

Afbeelding: Duizend Woningen per Dag, RedVector Adobestock

‘Het strengste asielbeleid ooit’. Het is onze grootste regeringspartij in de mond bestorven. En honderdduizenden kiezers zeggen het de partij na, mede in de veronderstelling dat de woningnood veroorzaakt wordt door zich verdringende asielzoekers. Het moet afgelopen zijn met de ‘aanzuigende werking’.

Nu is de bijdrage van erkende asielzoekers – statushouders – aan de druk op de woningmarkt even groot als die van mensen die uit een echtscheiding komen: ongeveer 25.000 ‘nieuwzoekers’ per jaar. Tijd voor ‘het strengste echtscheidingsbeleid ooit?’ Het is in Nederland niet zo moeilijk om te scheiden. Heeft dat een ‘aanzuigende werking’? Zou je veel kiezers trekken door daar werk van te maken?

Waarschijnlijk niet. Laten we voor een minder benauwd perspectief eens uitzoomen. Eerst naar het verleden: de jaren 1960. En dan naar de toekomst: 2040 en 2050.

In 1963 werd Pieter Bogaers minister van volkshuisvesting. Er was al sinds 1945 sprake van een pertinente woningnood en minister Bogaers werd beroemd vanwege zijn toezegging de woningproductie op te voeren tot 100.000 per jaar. Dat is hem gelukt ook. En dat in een land met 12 miljoen inwoners.

De verre ambtsopvolger van Bogaers – Mona Keijzer – belooft ook 100.000 huizen per jaar te bouwen. Niet indrukwekkend veel, in een land met intussen 18 miljoen inwoners. De ambitie van Keijzer is niet meer dan 60 procent van die van Bogaers. Dan nog: de kans dat het haar gaat lukken, is niet heel groot. We komen er nog op terug waarom dat zo is.

Maar we blijven eerst nog even bij Bogaers. In zijn tijd telde een huishouden gemiddeld 3,5 mensen. In de tijd van Keijzer zijn dat er 2,1. Een daling van 40 procent. Er wonen veel minder mensen in een huis dan destijds. De ambitie van Keijzer om mensen te huisvesten is dus maar 60 procent van 60 procent = 36 procent van die van Bogaers. En dat in een land met heel veel meer kapitaal en technologie dan het Nederland van Bogaers.

Toch is er wel iets af te doen aan de prestaties van Bogaers en zijn tijdgenoten. Die 100.000 huizen werden gebouwd voor de exploderende babyboomgeneratie. Systeembouw was oké, weilanden vol zetten met eindeloze galerijflats met blinde plinten, grote parkeerterreinen, groene vlaktes tussen de wooncomplexen in, geen enkele vorm van werkgelegenheid, een strenge scheiding van wonen, werken en recreëren. Het ging alleen maar om volume.

Tegenwoordig zijn die wijken vrij doods. De armste wijken van Nederland zijn bijna zonder uitzondering wijken uit deze bouwtijd. Wat ooit paste bij de woonbehoefte van babyboomers, is nu niet meer dan een noodoplossing voor mensen die niets anders kunnen krijgen. Ze hebben groot onderhoud nodig: de huizen zelf zijn versleten en dat geldt ook voor de straten, de riolering en andere ondergrond, de parken.

Het gaat in het politieke debat steeds over nieuwbouw, maar het vernieuwen van die bouw uit de tijd van Bogaers en zijn directe opvolgers is minstens zo acuut. Ze zijn vergrijsd, bewoners zullen de komende jaren overlijden, er komt doorstroming op gang. Er gaat veel ruimte vrij vallen. Die vrijval moet worden gebruikt om al die woningen voor grote huishoudens anders in te delen en geschikt te maken voor de kleinere huishoudens maar nu. Maar ook voor het toevoegen van bedrijven, voorzieningen en een levendige openbare ruimte. Van volumineuze wooncomplexen naar leefbare en veerkrachtige gemeenschappen. Van woningvoorraden naar echte wijken.

De Bogaers-erfenis is een waarschuwing: houdt het hoofd koel bij volumedruk. Als je er al te woest aan toegeeft, zadel je je opvolgers met problemen op.

Dan het andere perspectief, de toekomst in 2040. Er wonen volgens het CBS in dat jaar in Nederland tussen de 18 miljoen – evenveel als nu – en 20,4 miljoen mensen. Dat is al over 15 jaar, maar van 2,4 miljoen mensen zijn we onzeker of ze er wel of niet zijn. In 2050 gaat het om een aantal tussen de 17,8 en de 21,8 miljoen.

Maarliefst 4 miljoen mensen meer of minder: dat is geen prognose meer. Het is hooguit een ‘educated guess’. We weten het gewoon niet. Geen wonder dat het CBS gestopt is met prognoses geven voor afzonderlijke gebieden en gemeenten.

Als je de site ‘Stadszaken’ volgt, dan word je bijna dagelijks gevoed met plannen om te bouwen-bouwen-bouwen. Overal in het land. Welke zekerheid heb je dat die huizen in 2040 ook daadwerkelijk bewoond worden? De vuistregel is nog steeds dat je een huis in 50 jaar afschrijft. De ‘Keijzer-huizen’ kunnen dus pas in 2075 uit de boeken, op straffe van vernietiging van maatschappelijk kapitaal.

Zoals het er nu uitziet, is Nederland in 2075 voorbij het tipping point, het moment dat het maximale aantal inwoners bereikt is. De grote babyboomgeneraties zijn dan verdwenen, de wijde Europese omgeving is vergrijsd – ook de bronlanden van de huidige arbeidsmigranten. Nederland is dan een krimpland geworden. Een krimpland van kleine huishoudens, die dicht bij elkaar wonen en hoge eisen stellen aan de ontmoetingskwaliteit van hun wijken, aan functiemenging, aan nabijheid van voorzieningen.

Voldoen de bouwplannen van dit moment daaraan? Dat is een zaak van subjectieve beoordeling. In onze thuisstad Leiden verrijzen in hoog tempo appartemententorens. Op zich niet lelijk, maar functioneel veel te eenzijdig: geen werkplekken, minimale voorzieningen, weinig samenhang. Soms worden er al wietplantages opgerold pal na de oplevering. Het zijn nu al zorgenkinderen.

Dan komen we op de vraag van het begin van dit artikel. Waarom kon Bogaers wel tempo maken en Keijzer niet?

Het heeft misschien iets te maken met de schraalheid van het speelveld. Op lokaal niveau gaat het nog maar om twee partijen: de gemeente met de publieke taak van planvorming en vergunningverlening en de ontwikkelaars met de taak om te financieren en te bouwen. Dat is een ongezonde versmalling.

Gemeenten hebben geen eigen grondbedrijf meer, bouwen zelf niet meer, bieden geen alternatief meer voor ontwikkelaars, hebben geen hefboom meer om ontwikkelaars tot een iets bredere blik te brengen. De corporaties – ooit grote bouwers en spelers – zijn ontdaan van hun ontwikkel- en investeringsvermogen.

De urgentie om veel te bouwen en goede multifunctionele wijken te bouwen is groot, maar er is geen publieke macht meer om echt door te pakken.
Intussen is er hier en nu woningnood. Wat kunnen we zeggen tegen de jongeren die nu niet de markt op kunnen?

De Nederlandse referentie bij tijdelijke architectuur is niet een trailerpark, maar een containerwoning. Ook aan deze kant van de oceaan heeft dat zich snel ontwikkeld. Deze foto komt uit het Nico van der Horst park in Leiden. Oordeel zelf over de architectonische kwaliteit.

Het is wellicht geen voor de hand liggende vergelijking, maar als in Noord-Amerika ergens behoefte is aan een snelle oplossing, komt er een karavaan trailers met huizen van hout en metaal aanrijden. Dat zag er ooit sjofel uit, maar de kwaliteit van tijdelijke architectuur is enorm toegenomen. Je kunt complete wijken inclusief voorzieningen bouwen met een afschrijftermijn van misschien 25 jaar, die te zijner tijd weer op een dieplader kunnen. In het licht van een krimpend Nederland in de loop van deze eeuw, moet het te doen zijn om ruimte tijdelijk te gebruiken.

Gerelateerde artikelen

Een socioloog kijkt naar de wooncrisis

Een socioloog kijkt naar de wooncrisis Afbeelding: Duizend Woningen per Dag, RedVector Adobestock ‘Het strengste asielbeleid ooit’. Het is onze grootste regeringspartij in de mond bestorven. En honderdduizenden kiezers zeggen het [...]

Optimisme en demografie

Optimisme en demografie Het Kabinet-Schoof: lessen uit Canada, Hongarije en Afrika en twee oude Europeanen In dit artikel behandelen we twee dingen. Ten eerste het verband tussen maatschappelijk optimisme en bevolkingsgroei. Dat [...]

Droombeelden en doemscenario’s

Droombeelden en doemscenario's Bij mij thuis op de wc hangt een poster met daarop een kaart van Nederland. Het is een drukke kaart met veel tekeningen en tekst. Stukken van de kaart, [...]

Meer artikelen

Kennismiddag ondernemersfondsen

VRIJDAG 20 JUNI 2025, 14.30 - 17.00 KENNISMIDDAG: 20 JAAR ONDERNEMERSFONDS Op vrijdag 20 juni organiseert Blaauwberg een kennismiddag voor beginnende ondernemende fondsen. En voor bestaande fondsen die een leuke middag willen meemaken. [...]

Een socioloog kijkt naar de wooncrisis

Een socioloog kijkt naar de wooncrisis Afbeelding: Duizend Woningen per Dag, RedVector Adobestock ‘Het strengste asielbeleid ooit’. Het is onze grootste regeringspartij in de mond bestorven. En honderdduizenden kiezers zeggen het [...]

Neem contact op

Neem contact met ons op via bijgaande contactgegevens. Wij komen spoedig met een reactie.

Inschrijven voor onze nieuwsbrief: