Drie grote namen uit de wetenschap, drie gouden regels van samenwerken | Deel 1

Op de website van Blaauwberg staan twee voor ons belangrijke inspiratiebronnen: de Wiener Kreis en Max Weber. Een sociologische geloofsbelijdenis eigenlijk. We hebben meer inspiratiebronnen en nemen u graag mee in een miniserie over drie van hen: Jürgen Habermas, Hannah Arendt en Charles Wright Mills.

Bij de inspiratie vanuit de Wiener Kreis en Weber gaat het vooral om de status van kennis en om de duiding die cijfers en feiten bruikbaar maakt in beleidsgesprekken. Deze miniserie gaat in op iets anders: de basis voor goede samenwerking.

In ons werk – en in onze complexe samenleving – is samenwerking een sleutelbegrip. En hoe hoger opgeleid we met z’n allen raken, hoe belangrijker, maar ook hoe moeilijker die samenwerking wordt. We werken nou eenmaal anders dan honderd jaar geleden.

Het veranderende werk in beeld

We hebben ook nieuwe termen voor samenwerking: vanuit de regionale economie is de triple helix de bekendste, de samenwerking tussen overheid, onderwijs en bedrijfsleven. In het sociaal domein hebben we het over ketensamenwerking. Het zijn nieuwe termen, die ook de verhoudingen aangeven: niet alleen op voet van gelijkheid de samenwerking aangaan, maar er ook voor zorgen dat iedereen dat vanuit een gelijkwaardige positie kan doen.

Ik schreef in deze nieuwsbrief eerder over de samenwerking die nodig is om de problematiek rond huiselijk geweld en kindermishandeling terug te dringen. In een aantal opdrachten geven we daar op verschillende plekken mee vorm aan. Toen ik een paar jaar geleden aan die opdrachten begon, moest ik zoeken naar woorden. Hoe creëer je een goede samenwerkingscultuur? En hoe kun je mensen en organisaties dan van hun houding en gedrag bewust maken, zonder dat het obligaat, belerend of betweterig wordt?

Ik ging te rade bij een aantal oude leermeesters uit mijn studie. En als je, zoals ik, in de jaren 1990 sociologie studeerde, dan kon je niet om Jürgen Habermas heen. De grote Duitse socioloog van inmiddels 93 jaar oud, die nog steeds de vinger op de zere plek legt als het gaat om de samenhang in onze samenleving. Dit jaar nog schreef hij een essay over de ondermijnende effecten van social media op ons maatschappelijk en politiek debat.

Wat las ik over samenwerking bij Habermas? Dat je met elkaar dezelfde taal moet spreken, elkaars’ begrippenwereld moet willen begrijpen, dat je machtsvrij communiceert. Dus niet iemand overtroeven, of met woorden laten zien wie de baas is. Dat soort haantjesgedrag staat samenwerking in de weg (en is gelukkig op z’n retour). Door elkaar echt te willen begrijpen, kan je tot echte oplossingen komen. Habermas gebruikt daarvoor de term communicatief handelen. Overigens is Habermas notoir moeilijk te lezen, het is nogal taaie kost. Gelukkig wordt er ook veel door anderen geschreven over wat hij bedoelt…

Je moet dus hetzelfde verstaan onder begrippen. Dat klinkt makkelijker dan het is. Wat is bijvoorbeeld “een veilige thuissituatie”?

In één van de eerste gesprekken die ik over dat onderwerp meemaakte, kwam een casus op tafel waarbij Veilig Thuis een melding kreeg over een verwaarloosde baby. Alle alarmbellen gingen af, Veilig Thuis zag maar één oplossing: dat kind moet uit huis, naar een veilige thuissituatie. Dan komt de Raad voor de Kinderbescherming in beeld. Die moet onderzoek doen en kan zo’n maatregel opleggen. Maar die kwam na onderzoek tot een heel andere conclusie: goede wil, maar opvoedingsonbekwaamheid van de (alleenstaande) moeder. Dat is met goede ondersteuning op te lossen. Aan het eind van de dag (melding en onderzoek spelen zich binnen één dag af) kwamen Veilig Thuis en de Raad voor de Kinderbescherming er niet uit. Hiërarchisch gaat in dit geval de conclusie van de Raad voor de Kinderbescherming voor, maar de “samenwerking” tussen de twee medewerkers eindigde met de bitse woorden “ik hoop dat jij goed slaapt vannacht”.

Eén van de landelijke campagnes van Veilig Thuis 

Veilig Thuis en de Raad voor de Kinderbescherming verstonden dus allebei iets anders onder veiligheid. Maar wat doe je dan in een crisissituatie? Nogal cruciaal om een kind goed te beschermen en een gezin te kunnen helpen. 

Een sluitende definitie van veiligheid is niet te geven. Dus de medewerkers van de Raad en van Veilig Thuis moeten het er in communicatief handelen en ook nog in snelheid over eens worden wat voor dít kind in dít gezin veiligheid betekent. Pas dan kunnen ze elkaar versterken in hun aanpak. Anders werken ze niet samen, maar langs elkaar heen. En de volgende dag komt er weer een nieuwe melding en moeten ze weer met elkaar in gesprek. In dit geval lukte het niet.

Het is een zeer voor de hand liggende eerste stelregel voor goede samenwerking, de eerste gouden regel: “echt in gesprek willen, dezelfde taal spreken, iets gezamenlijk willen bereiken.”

Maar zoals dat gaat bij voor de hand liggende zaken: heel vaak zijn ze zo voor de hand liggend, dat er in de praktijk nog maar al te vaak aan wordt voorbij gegaan.

De volgende keer: de oproep van Hannah Arendt om je niet te verschuilen achter het systeem.

Meer artikelen

Reflectie terugkomdag Leidenkunde

Reflectie terugkomdag Leidenkunde Door Ute Jansen Voor de deelnemers van onze Leergangen Leidenkunde van de afgelopen jaren organiseren we geregeld een terugkomdag. Een gelegenheid voor een fresh-up, nieuwe inzichten en ontmoetingen met [...]

Goodbye party Magdalena

Recap of Magdalena's goodbye party On March 13th we held a small goodbye party for our colleague Magdalena Palma, who returned to Chile - her home country - after spending four years in [...]

De stijfselbaan en Jane & Jane

De stijfselbaan en Jane & Jane Door Aart van Bochove Ik verzorg een inhoudelijk onderdeel in het introductieprogramma van een aantal nieuwe gemeente-ambtenaren. Ik laat twee foto’s zien van de Leidse Stationsweg [...]

Neem contact op

Neem contact met ons op via bijgaande contactgegevens. Wij komen spoedig met een reactie.