Gemeentelijke samenwerking: wat doe je als een vraagstuk niet goed oplosbaar lijkt?

Samen met I&O Research staat Blaauwberg de gemeenten Alphen-Chaam, Baarle-Nassau en Gilze en Rijen (ABG-gemeenten) bij in keuzes rondom bestuurlijke samenwerking. Relevant en uitdagend werk, maar niet altijd even eenvoudig.

Adviseurs gaan op zoek naar duidelijke oplossingen. Heldere antwoorden op eenduidige vragen. Die onderzoek je en breng je in kaart, met de route er naar toe in keuzes, risico’s en een agenda. Maar dat kan niet altijd. Een vraagstuk kan wel eenduidig zijn, de reële mogelijkheden en context zijn dat niet altijd. En de antwoorden daarmee ook niet.

De casus Alphen-Chaam, Baarle-Nassau en Gilze en Rijen

We kregen eind vorig jaar samen met onze samenwerkingspartner I&O Research zo’n recht-toe-recht-aan-vraag. Drie gemeenten werken samen, maar participeren in twee verschillende bestuurlijke regio’s. Dat is niet altijd handig. Vraag: welke regio moeten we kiezen?

Het ging om Alphen-Chaam, Baarle-Nassau en Gilze en Rijen. De drie gemeenten fuseerden een aantal jaren geleden ambtelijk en werken (nog) in twee regio’s: Hart van Brabant en West-Brabant. De drie gemeenten constateren in deze situatie drie knelpunten:

  1. met alle uitdagingen die de komende jaren op de gemeenten af komen hebben kleinere gemeenten de regio hard nodig om voldoende kwaliteit in beleid en uitvoering te kunnen bieden; gemeenten moeten derhalve weten waar ze staan en volop in de regionale samenwerking mee kunnen doen;
  2. het werken in twee regio’s bemoeilijkt meer eenheid in beleid van de drie gemeenten;
  3. en het legt extra beslag op ambtelijke capaciteit, er is deels dubbel werk.

De regio: historisch, het daily urban system en bestuurlijke samenwerking

Deze situatie komt nog niet zo veel voor, maar we zullen het vaker gaan zien: gemeenten die ambtelijk of ook bestuurlijk fuseren en ineens deel uitmaken van twee regio’s. Welke keuze maak je dan?

We zijn de vraag van de drie Brabantse gemeenten gaan onderzoeken aan de hand van drie factoren: 1. historisch-geografische omstandigheden (een duidelijk afgebakende regio), 2. de oriëntatie van de bewoners (het daily urban system) of 3. van oudsher bestaande bestuurlijke samenwerking.

Empirie en politiek

In dit geval gaf geen van deze drie factoren de doorslag. Bovendien zijn er tal van samenwerkingsterreinen en lopen de lijnen daarbij niet altijd zo scherp langs de twee regionale grenzen. Maar er kwam toch in eerste instantie wel een duidelijke empirische keuze uit het onderzoek, met name op basis van beleidsmatige ervaringen met de samenwerking in de beide regio’s.

Daar stond een meer politiek-bestuurlijk werkelijkheid tegenover, waarin de keuze voor de ene regio te veel een keuze tegen de andere betekent. En de gemeenten willen niet met de rug naar hun ‘oude’ regio gaan staan.

Op basis van ‘beleidslogica’ lijkt een keuze voor één van de twee regio’s weliswaar plausibel, maar net zo plausibel is de meer politiek-bestuurlijke overweging, die juist niet tot een eenduidige keuze leidt.

Een handelingskader in plaats van een Gordiaanse knoop

Wat een eenduidige vraag leek werd ineens een Gordiaanse knoop. De knoop doorhakken lijkt slagvaardig, maar verbreekt ook iets. Dan heb je wel duidelijkheid, maar ten koste van de lengte van het touw.

In plaats van een oplossing, gingen we op zoek naar een handelingsperspectief, waarmee de drie gemeenten in de praktijk verder kunnen. Daar zit dan de gebruikswaarde: niet in de ultieme toekomstige oplossing, maar in de pragmatiek van nu. Veranderen vanuit het bestaande, in plaats van het bestaande opzij schuiven.

Dat handelingsperspectief voor de drie gemeenten is kort gezegd: per beleidsdomein (regionale ontwikkeling en economie; veiligheid; fysiek domein; sociaal domein), uniform aansluiten waar dat het meest effectief is (het onderzoek doet daar per domein een voorstel voor), maar bestuurlijk verbonden blijven aan twee regio’s. Dat vergt maatwerkafspraken over bijdragen en besluitvorming, maar doet wel recht aan de werkelijkheid. En je kan er meteen mee beginnen.

Is dat kwetsbaar voor verwijten van ‘doormodderen’? Misschien wel. Maar dat is ook een abstract verwijt. Op elk van de vier beleidsdomeinen kunnen de gemeenten de belangrijkste stappen in de regionale samenwerking zetten. Ze kunnen in een tijd waarin regionale samenwerking misschien belangrijker is dan ooit daarmee wel ook echt verder.

Auteurs

Jeroen Bos – Blaauwberg

in samenwerking met Thijs Lenderink – I&O Research

Contact

  • 071-524 7500
  • jeroenbos@blaauwberg.nl

  • 06- 5020 1788 (Jeroen)

  • Vestwal 2-4 , 2312 NP Leiden

Andere recente projecten

De Leidse Limes

Uitgelicht: De Leidse Limes Door Ute Jansen Op 17 mei hadden we bij Blaauwberg leuk bezoek: de klassen 4 en 5 van het Zuyderzee Lyceum in Emmeloord en hun begeleiders. Ze [...]

Indringend gesprek over huiselijk geweld

Bekijk hier de livestream van de opening van de tentoonstelling "Wij Doorbreken de Cirkel van Geweld" van 12 mei. Een buitenexpositie met portretten van 29 slachtoffers en voormalig plegers van huiselijk geweld en kindermishandeling. Met Jeroen in de rol als gespreksleider.

Mooi staaltje toegepaste sociologie: isotypen

In dit bericht treft u alle informatie over 'onze' tentoonstelling over isotypen aan. gepresenteerd in het ACEC gebouw te Apeldoorn. Met een link naar de vrij toegankelijke online tentoonstelling, een compacte video met betoog en een fraai vormgegeven boekje.

Leergang Toekomstperspectief Niet-stedelijke Regio’s

We presenteren een interactief kennisprogramma van vier dagen met analyse, cijfers, vergelijking en duiding.  Voor iedereen die bezig is met Omgevingsvisies, regionale strategieën en gebiedsontwikkeling buiten de steden. U kunt zich nu aanmelden.

Neem contact op

Neem contact met ons op via bijgaande contactgegevens. Wij komen spoedig met een reactie.