Participeren kun je leren

De vraag naar participatie is overal aan de orde. Maar er is veel begripsverwarring en hypevorming rondom het thema. Participatie is geen inspraak. Het is ook geen taakverdeling tussen overheid en burgers. Participatie lijkt vooral de kant van co-creatie op te gaan: samenwerking en dialoog. Klinkt goed. Maar de praktijk is weerbarstig. In een korte reflectie die we schreven voor Wassenaar – maar evengoed bruikbaar voor andere gemeenten – komen we tot vier leereffecten.

De praktijk is onder meer weerbarstig door de verscheidene historische lagen die in de gemeentelijke overheidsorganisatie zijn ingebouwd. We onderscheiden er in ieder geval drie:

  • De regenteske overheid uit de jaren vijftig en zestig, met een deftige bestuurscultuur, een grote afstand tussen burger en bestuur, een grote mate van planning en een grote mate van verantwoordelijkheidsneming door de overheid voor alles wat er gebeurt (zoals het Amerikaanse Newsweek een keer over Nederland zei: een ‘daddy knows best democracy’).
  • De individugerichte overheid van de jaren zeventig en later. De burger krijgt bescherming tegen de almacht van de overheid, door recht op inspraak en bezwaar. De centrale planning in naam van het algemeen belang verdwijnt naar de achtergrond,  de inspanning is nu meer gericht op het tevreden stellen van de burger. De burger wordt ook consument van overheidsdiensten. Dat kan doorschieten, tot het moment dat de consument een zeurpiet wordt en over elk stukje zwerfvuil klaagt en zijn recht op inspraak als hindermacht gebruikt
  • De participatie-overheid van nu, waarbij de tegenstelling tussen overheid en burger verdwijnt en er gezamenlijk gewerkt wordt aan maatschappelijke vraagstukken.

Het probleem is dat met het uitroepen van de ‘participatie-overheid’ die andere historische beelden niet verdwenen zijn. Die zijn er ook nog steeds, al worden ze niet meer benoemd in de troonrede. Ze zijn vastgelegd in de bestuurscultuur en ook in de personen die een overheidsorganisatie uitmaken.

We komen tot de volgende algemene leereffecten:

  1. Voedt het participatieproces met kennis, en doorbreek het informatiemonopolie van de overheid
  2. Maak tijdig enkele spelregels van participatie duidelijk, faciliteer georganiseerde en niet-vrijblijvende burgerorganisaties
  3.  Wees alert op witte vlekken, ‘catch-all’ systemen bestaan niet
  4. Zorg voor gepaste afstand tussen instellingen en gemeentebestuur, voorkom een ‘old boys network’

Contact

  • 071-524 7500
  • info@

  • 06- 1217 2126 (Rob)

  • Vestwal 2-4 , 2312 NP Leiden

Downloads

    [honeypot website]

    Theaterzaal De Warenar te Wassenaar