Het verschil tussen aso en adel – het verbindend vermogen van een lokale elite

Journalist Gertjan van Schoonhoven had een ‘long read’ over Wassenaar in het zomernummer van EW (voorheen Elsevier). Hij citeerde Blaauwberg uitgebreid. Hoe zat dat in elkaar?

Oud-staatssecretaris Eric van den Burg van migratie en asiel had in een kamerdebat Wassenaar een voorbeeld genoemd van een gemeente die zonder morren meer migranten en vluchtelingen huisvest en begeleidt dan wat getalsmatig van ze verwacht kan worden. Dat was opvallend, omdat Wassenaar bekend staat als een rijk kustdorp, met ‘well to do’ inwoners, die veel woonbelangen te verdedigen hebben. Vanwaar die welwillende ondersteuning van nieuwkomers en de lof daarvoor van de staatssecretaris?

Schoonhoven ging op onderzoek uit en vond eigenlijk alleen ’subjectieve’ bronnen, individuele woordvoerders. Hij zocht iets meer, bijvoorbeeld een onderzoek of een goede beschrijving van onder- en bovenstroom in de lokale samenleving. Zeker over kleinere gemeenten als Wassenaar is niet zoveel bekend. Zo vond hij het ‘dorpsprofiel’ dat Blaauwberg alweer in 2017 over Wassenaar had opgesteld.1

In 2017 was gemeentelijk Nederland volop aan het nadenken over de ‘decentralisaties in het sociaal domein’. Wassenaar wilde weten hoe de vlag erbij hing: wat werd van de overheid verwacht? Wat gingen de verenigingen doen? Waar zat de draagkracht onder de bewoners? Hoe zag de toekomst van het dorp er eigenlijk uit?

En het beeld van Van der Burg jaren later schetste, klopte. Ook in het dorpsprofiel komt Wassenaar te voorschijn als een dorp dat politiek rechts stemt; maar vooral als een dorp met een actieve ‘civil society’, die je rustig kunt omschrijven als een vorm van ‘burgerlijk zelfbestuur’. Van Schoonhoven vat de Wassenaarse ‘mindset’ samen met de oude zegswijze: adeldom verplicht. Gaat het jou goed, dan moet je wat terug doen.
Ik herinner me uit de werkzaamheden in 2017 een vergadering met een groot aantal ‘stakeholders’. In het gesprek begon Vluchtelingenwerk – de organisatie actief in de integratie van statushouders – over een gezin waar het niet goed mee ging. Zij keek daarbij verwijtend naar de vertegenwoordigers van de gemeente. Daarop zei een wat oudere man: ‘Waarom kijk je nu de gemeente aan? Je moet het bij ons melden. Wij moeten dat doen’. Hij was voorzitter van een grote sportvereniging. Wat heeft Wassenaar?

Ik maak er zo een paar opmerkingen over. Maar eerst een contrastervaring.

De regionale kranten van Mediahuis brachten op 10 augustus 2024 een reportage over Bloemendaal. Ook zo’n welvarend kustdorp, 33 kilometer noordwaarts van Wassenaar. De familie-Eichholz had iets groots gedaan: een prachtige villa in het groen was per legaat beschikbaar gesteld aan het Hospice Haarlem. Een hospice is een sfeervol gebouw met bij voorkeur veel groen er omheen, gericht op het bieden van een waardig en troostrijk einde aan mensen in hun laatste dagen. Met de oplopende sterftecijfers is er een chronisch tekort aan hospiceplaatsen, de villa-Eichholz was zeer welkom. Gemeente en buurtbewoners waren enthousiast, maar niet allemaal. Er bleken ook ‘felle tegenstanders’, die bang waren ’s nachts bedlampjes te zien branden, of dat kinderen ‘terminaal zieke mensen onder ogen krijgen’. Mogelijk een grotere parkeerdruk, lijkwagens in de laan. En de dreiging dat er tot aan de Hoge Raad geprocedeerd zou worden. De familie-Eichholtz heeft het plan ingetrokken en gaat nu kijken naar een andere manier om Hospice Haarlem bij te staan.

Je leest tussen de regels van het artikel over Bloemendaal een ingehouden woede. Waar komt dit aso-gedrag vandaan?

En Bloemendaal heeft al geen beste reputatie. De vorige burgemeester – Elbert Roest – is weggetreiterd om onduidelijke redenen. Als je de stukken er nu op naleest, lijkt het vooral om treiteren als tijdverdrijf te gaan. Het gaat inhoudelijk over heel weinig. Bedlampjespolitiek. En altijd met het nodige misbruik van de procedures van de rechtstaat, ‘tot aan de Hoge Raad’. Want in zo’n miljonairswijk is een advocaat snel betaald.

Hoe kunnen Wassenaar en Bloemendaal – bijna even groot, even rijk en even prachtig gelegen – zo ontzettend van elkaar verschillen in hun civiele cultuur? Waar komt dat onderscheid tussen adel en aso vandaan?

Ik vind dat grote verschil een mooie aanleiding om het over het begrip ‘elite’ te hebben. Elite is een nogal verwaterd begrip. Er verscheen kort geleden een boek onder de titel ‘Havermelkelite’ van de journalist Jonas Kooyman. Dat boek blijkt te gaan over jonge professionals in Amsterdam die graag individuele voorkeuren uitleven in hun voedingspatroon en vrije tijdsbesteding. Naar mijn  idee niet een fenomeen om een mening over te hebben – doe vooral wat je wilt – laat staan een fenomeen om als ‘elite’ te benoemen (zoals Kooyman doet) of om een hekel aan te hebben (zoals PVV-politici van buiten de Randstad). Met zo’n flauw boek en met dat soort oppervlakkige politici maak je van een belangrijk begrip een pastiche.

In mijn door de sociologie geïnspireerde elitebegrip (Max Weber, Joseph Schumpeter, sociale geschiedenis) is een culturele elite een groep mensen die financieel onafhankelijk is van de overheid; die goed opgeleid is, beschikt over overzicht en internationale contacten; weet wat er speelt buiten de eigen bubbel en in staat is de eigen plaats in de geschiedenis te definiëren; afstand houdt van de politiek, vanwege de waan van de dag; meningen en culturele voorkeuren heeft en werk verzet voor die voorkeuren, zonder dat aan de grote klok te hangen; een intrinsieke motivatie tot dienstbaarheid in plaats van opscheppen. De hoogtijdagen van die culturele elite waren wellicht de jaren tussen 1870 en 1920. Toen namen delen van ‘de gegoede burgerij’ de naar binnen gekeerde gemeentebesturen op sleeptouw, maakten een begin met sociale woningbouw via corporaties, stichtten scholen, gezondheidsdiensten, culturele genootschappen. Je kunt de elite gemakshalve laten samenvallen met de populatie van de HBS, de Hogere Burgerschool, de eerste moderne middelbare school die in Nederland. In 1998 maakte Bastiaan Willink in zijn boek ‘De Tweede Gouden Eeuw’ aannemelijk dat er een verband bestaat tussen de HBS en de regen van Nobelprijzen die Nederland aan het begin van de 20ste eeuw raakte.

De HBS boorde talenten aan van buiten de adel en het ‘oude geld’; talenten die niet alleen gingen excelleren in hun vak, maar ook breed in het leven gingen staan. En intussen heel bescheiden bleven.

Die elite was minder nodig na de invoering van het algemeen kiesrecht in 1917, toen de overheid begon om zichzelf om te bouwen van ‘nachtwaker’ naar maatschappelijk architect. Maar ze waren er nog steeds. 

Echte elite heeft geen kapsones. Ben Feringa, Nobelprijs scheikunde in 2016, bij zijn parkeerplaats. Foto Rijksuniversiteit Groningen

Twee voorbeelden:

  • Philips maakte niet alleen gloeilampen, ze bouwde ook een stad. Letterlijk: arbeiderswijken, winkels, een sportvereniging
  • De Rotterdamse havenbaronnen startten een handelshogeschool (thans: Erasmus Universiteit), toen fabrikanten elders in het land nog dachten hun personeel dom te moeten houden, omdat ze er anders vandoor zouden gaan.

Een elite kan lang blijven bestaan. Het Landgoed de Wielewaal – afkomstig uit de Philipsboedel – werd beneden de marktprijs aan de Gemeente Eindhoven overgedaan, op voorwaarde dat het een groen gebied zou blijven met een blijvend rendement in termen van matschappelijk gebruik en natuurwaarde. Als je dat doet, sta je sterk in je schoenen. En handel je vanuit een visie. Dat is elitegedrag.

Een aanvullend voorbeeld uit Rotterdam: aan het begin van mijn loopbaan als jong onderzoeker wilde ik een groot bedrijf in de haven spreken over een nogal prozaïsche kwestie, namelijk de behoefte aan bijscholing van operationeel personeel. Zoiets neem je met een personeelsadviseur door. Tot mijn verbazing werd ik de kamer van de directeur binnen geduwd. Een oudere man, strak in het pak, hij vertelde dat hij zelf alle onderzoekers wilde ontvangen, voor hem was dat een manier om te achterhalen wat er in zijn omgeving speelde. Hij rondde na enige tijd het gesprek af: hij werd verwacht op een vergadering van het bestuur van een buurthuis in Katendrecht. Hij was daar voorzitter van. Die bubbel-sprong – directeur van een kapitale onderneming EN voorzitter van het buurthuis: dan ben je ECHT elite. Voor wie de geschiedenis niet kent: Katendrecht was tot ver in de jaren negentig vrijwel de zwakste wijk van de stad. Intussen onherkenbaar, ingepakt in de reusachtige transformatie van de Kop van Zuid. Aan die transformatie is de naam van de stedenbouwkundige Riek Bakker verbonden, iemand die de starre systematiek van de toenmalige planologen doorbrak en een hele generatie jonge, flexibele stadsmakers heeft geïnspireerd. Maar zonder de stille krachten als die directeur annex voorzitter, was dat een stuk moeilijker geweest. De elite legt verbindingen, brengt inzichten, houdt vast aan de lange termijn, verschaft draagvlak, spreekt constructieve oordelen uit; zonder zich op de borst te kloppen. Een stad met een gewortelde en geëngageerde elite heeft een enorm concurrentievoordeel. Niet voor niets dat zowel Eindhoven als Rotterdam na de moeilijke de-industrialisering zich nu als ware metropolen oprichten.  

Nu terug naar adel-Wassenaar en aso-Bloemendaal. Mijn hypothese is dat Wassenaar wel een elite heeft en Bloemendaal niet. Dat is het grote verschil achter de vele gelijkenissen.

Hoe zou dat kunnen?

Voor een deel is het een kwestie van ‘padafhankelijkheid’. De verhuftering van de publieke mores is in Bloemendaal al jaren geleden begonnen. Bloemendaal deelt dat lot met andere kustgemeenten, zoals Bergen. Als ‘aso’ maar breed genoeg wordt, valt het moeilijk te keren.
Voor een ander deel heeft het ook te maken met het bewoningstype. In het dorpsprofiel voor Wassenaar stelden we vast dat Wassenaar weliswaar vergrijsd is, maar dat veel van die senioren vrij recent zijn aangekomen, bijvoorbeeld na een lange loopbaan overzee. Ze hebben nog geen woonbelangen om zich in vast te bijten. Ze zijn ondernemer geweest, hebben veel gezien en veel verantwoordelijkheid gedragen en gaan dat ook in Wassenaar weer doen.
En voor weer een ander deel is het ook een kwestie van opvoedingscultuur. De rechtstaat is ontworpen om recht te doen, om zwakkeren te beschermen en om de almacht van de overheid in te perken. Dat treitermiljonairs uit Bloemendaal met de Hoge Raad kunnen dreigen, is een ontsporing. We leven in een ‘alles moet kunnen’ land, zonder algemeen onderschreven publieke moraal. In Wassenaar kunnen ze dat oplossen door elkaar aan te spreken, nieuwkomers te verwelkomen en vragen te stellen. Als dat niet werkt, wordt het publieke leven een stuk moeilijker. Dan komt de overheid er in z’n eentje voor te staan.
Die Amsterdamse havermelkjournalist Kooyman en de PVV-politici van buiten de Randstad zouden zich allebei moeten afvragen of ze wel de goede doelgroep in beeld hebben.

En om het cirkeltje voor Wassenaar rond te maken: de ontwikkeling van Wassenaar tot villadorp aan het begin van de 20ste eeuw werd gedreven door Rotterdamse havenbaronnen, die daar op de zandgrond hun buitenhuizen neerzetten. Zo bezien is Wassenaar niet een buitenwijk van ambtelijk Den Haag, maar van ondernemend Rotterdam. 

1Het Dorpsprofiel Wassenaar uit 2017 is goed te vinden op internet en kan als pdf worden opgevraagd bij Blaauwberg. Het artikel ‘De warme kant van Wassenaar’ van Gertjan van Schoonhoven is te vinden in EW van 13-20 juli 2024.

Gerelateerde artikelen

Het verschil tussen aso en adel

Het verschil tussen aso en adel - het verbindend vermogen van een lokale elite Journalist Gertjan van Schoonhoven had een ‘long read’ over Wassenaar in het zomernummer van EW (voorheen Elsevier). Hij citeerde [...]

Waar zijn alle meisjes heen?

Waar zijn alle meisjes heen?: Mannen- en vrouwensteden na de verkiezingen Door Aart van Bochove In India is de opmars van vrouwen goed te zien. Ze gaan massaal de straat op om [...]

Leidse verkiezingsweetjes

Leidse verkiezingsweetjes Elders geven we een analytisch commentaar bij de uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen, vanuit stedelijke perspectief. In dit korte artikel sommen we enkele bevindingen op over onze stad van vestiging, Leiden. [...]

De Republiek der Verdeelde Nederlanden

De Republiek der Verdeelde Nederlanden De verkiezingsuitslag vanuit de steden bekeken De analyses over wat er op 22 november 2023 bij de kamerverkiezingen gebeurd is buitelen over elkaar heen. We doen in [...]

Meer artikelen

Mevrouw Kuiper stemt tot nadenken

Mevrouw Kuiper stemt tot nadenken Mijn moeder bracht haar laatste jaren door in een zorgcentrum. Zo’n klassiek bejaardenoord: een op z’n kant gezette sigarendoos, kleine studio’s aan lange gangen, een recreatiezaal als [...]

Het verschil tussen aso en adel

Het verschil tussen aso en adel - het verbindend vermogen van een lokale elite Journalist Gertjan van Schoonhoven had een ‘long read’ over Wassenaar in het zomernummer van EW (voorheen Elsevier). Hij citeerde [...]

Column Ondernemersfonds #4: Participatie

Column Ondernemersfonds #4: Participatie en de kunst van het loslaten Het Ondernemersfonds. Het concept is aan onze tekentafel ontstaan. We hebben tientallen fondsen in de startfase mogen begeleiden. En we staan vele [...]

Lerende netwerken 1: De Basics

Lerende netwerken - een bijzondere vorm van samenwerking | Deel 1: de basics Breng mensen samen, deel ervaringen, en leer samen! Het werken in lerende netwerken is  een beproefde methode voor competentieontwikkeling [...]

Neem contact op

Neem contact met ons op via bijgaande contactgegevens. Wij komen spoedig met een reactie.

Inschrijven voor onze nieuwsbrief: