Column Ondernemersfonds #4: Participatie en de kunst van het loslaten

Het Ondernemersfonds. Het concept is aan onze tekentafel ontstaan. We hebben tientallen fondsen in de startfase mogen begeleiden. En we staan vele bestaande fondsen bij in ambities voor doorontwikkeling. En ieder jaar komen er weer een paar bij. Wat zijn de leereffecten van bijna twintig jaar praktijkervaring? Wat kunnen de fondsen van elkaar leren? En wat moeten initiatiefnemers van nieuwe fondsen weten als ze aan de slag gaan?

In een terugkerende column gaat Rob in op verschillende vragen. Hij komt met voorbeelden uit de praktijk en geeft zijn visie op actuele onderwerpen. Column #4: “Participatie en de kunst van het loslaten”.

We treffen het in bijna ieder gemeentelijk coalitieakkoord aan: de ambitie om meer lokale participatie mogelijk te maken. En terecht. De overheid kan het niet alleen doen. En de overheid moet dat bovenal niet willen. Door bewoners en ondernemers zelf de regie te laten nemen boor je een bron van dynamiek, creativiteit en oplossend vermogen aan. Tenminste… als je het goed weet te organiseren.

In dat laatste zit ‘m de crux. Het toewerken naar meer participatie is geen kunstje. Het vergt een andere rolopvatting van gemeenten: minder sturen, meer loslaten. En net zozeer van bewoners en ondernemers: niet reageren op, maar zelf met een visie of een plan komen. En dan heb je nog het wettelijke instrumentarium dat niet altijd flexibel meebeweegt. Kortom, de wil is er wel maar de praktijk is weerbarstig.

Wat opvalt is het ontbreken van het Ondernemersfonds in het hele debat. Wat begonnen is als een lokaal Leids initiatief heeft zich als een lopend vuurtje door het land verspreid. Op circa vijftig plekken in het land werken bedrijven en organisaties structureel samen in een fonds. Ieder jaar investeren zij samen tientallen miljoenen euro’s aan “eigen geld” in hun omgeving. Het collectieve belang staat in al  die gevallen voorop. En daarmee worden ook grote publieke belangen gediend. Bedrijventerreinen worden ermee veilig gehouden. Ondermijning wordt actief bestreden. Binnensteden, dorpskernen en wijkcentra worden aantrekkelijker en groener gemaakt. Er worden stagemarkten en open bedrijvendagen georganiseerd. Busjes en deelfietsen worden ingezet om de bereikbaarheid te vergroten. Er vinden braderieën, sportevenementen, kindermarkten, boerderijdagen, markten met streekproducten en lunchconcerten voor ouderen plaats. Overal worden AED-kasten geplaatst om in geval van nood mensenlevens te kunnen redden. Er worden businesscases geschreven voor het lokaal opwekken, opslaan en delen van duurzame energie. Reststromen worden uitgewisseld om afval te beperken. En er gebeurt nog veel meer binnen de fondsen waar de lokale zaak mee is gediend.

Het gaat niet om eenmalige activiteiten of investeringen. Ze komen ieder jaar terug. En ieder jaar komen er weer nieuwe initiatieven naar boven die met het fonds mogelijk worden gemaakt. De schaalgrootte varieert sterk. Hieronder een aantal voorbeelden:

Kleinschalig:

  • een recreatieve wandeltocht in Hardinxveld-Giessendam;
  • een oldtimer-rally voor bewoners met een verstandelijk beperking in Assen;
  • aanvullende technieklessen in Lisse
  • een lichtkunst-workshop en -festival in Houten.

Grootschalig:

  • warmterotondes met onderlinge benutting duurzame bronnen in Helmond;
  • actieonderzoek naar oplossing voor netcongestieprobleem op Lage Weide in Utrecht
  • de Groningse investering in eigen kennispositie en communicatiekanaal met een eigen Ondernemers Courant
  • het Leeuwardens succes met Culturele Hoofdstad (zie column #1).

In de beginfase van een fonds gaat de aandacht vaak uit naar de praktische kant. Wat gaat er concreet gebeuren? Welke voorzieningen gaan er komen? Welke nieuwe activiteiten? Waar gaat dat gebeuren? En hoeveel geld mag dat kosten? We begrijpen die vragen heel goed. Met dat collectieve geld los je praktische problemen die al lang bestaan, eindelijk op.

De grootste meerwaarde zit ‘m echter misschien nog meer in het menselijke en organisatorische aspect. Binnen de fondsen gaat om veel meer dan alleen de harde euro’s. De fondsen worden gedragen door duizenden ondernemers en professionals. Zij maken de plannen, voeren ze uit, brengen mensen bij elkaar, verspreiden kennis en staan in contact met de lokale overheid. bijna altijd op vrijwillige basis. De fondsen mobiliseren mensen die anders aan de kant zouden blijven. Het is niet waar dat er te weinig vrijwilligers zijn. Er zijn genoeg vrijwilligers, wanneer je ze maar een structuur biedt en een verantwoordelijkheid, in dit geval over collectief geld en bestedingen. Deze mensen zitten in de haarvaten van de lokale samenleving. Ze vormen een nieuwe ‘civil society’. 

Het eerste Ondernemersfonds dateert van 2005. Het debat over burgerparticipatie heeft pas een echte slinger gekregen in 2013 (weet u het nog: de Koning die in zijn eerste Troonrede sprak over de ‘participatiesamenleving’). Zo bezien kan het Ondernemersfonds worden gezien als een voorloper van de vraag naar meer lokale participatie en zelfregie. Binnen al die fondsen is ruime praktijkervaring opgedaan. Wellicht dat een van de hoogleraren of experts ‘lokale participatie’ hier eens een studie naar kan doen?

Om een duwtje in de goede richting te geven, een aantal “participatie-leereffecten” van 20 jaar Ondernemersfonds:

  1. Voed het debat met kennis, je hebt informatie en inspiratie nodig om te komen tot betekenisvolle plannen. De open vraag ‘waar heb je behoefte aan’ is vaak niet genoeg. Kom zelf met een idee van gezamenlijke opgaven, geef praktijkvoorbeelden van elders.
  1. Het begint met een eigen investering. Bij fondsen gaat het om een investering van geld. Maar evengoed kan het een investering zijn in tijd, organisatiekracht, kennis of beschikbaar stellen van een netwerk. Punt is dat met een eigen investering er ook commitment komt. Anders blijft het altijd iets van ‘de overheid’ of ‘de ander’.
  1. Investeer in goed georganiseerde stakeholders, het liefst collectieven die kunnen praten namens een groep, zelf verantwoordelijkheid nemen, en jaren aan een gebied verbonden blijven. In fondsen zijn dat de gebiedscollectieven, de gemeentebrede verenigingen, de cross-sectorale platforms. Dit zijn de partners waar je jarenlang mee kan optrekken. Dat is vrijwel altijd te verkiezen boven de ééndagsvlieg met een leuk plan.
  1. Voorkom een informatiemonopolie bij de overheid. Pluriformiteit in kennis is goed, het maakt voorstellen beter, ook al is dat niet altijd makkelijk. Blijf wel kwaliteitseisen stellen aan elkaar, een plan/lobby/visie heeft een empirische basis nodig.

Voor gemeenten kan het even wennen zijn. Ondernemers die zelf de regie nemen. Niet alleen maar reageren op de gemeente, maar zelf met plannen komen. Een eigen toekomstvisie formuleren op hun werkgebied. Vragen aan de gemeente om loyaal te faciliteren in plaats van te regisseren. Het  Ondernemersfonds vergt een zekere politieke visie op het organiserend vermogen van ondernemers. Een visie die uitdraagt dat ondernemers zeer goed in staat zijn hun eigen ambities te formuleren en dat de gemeente het volle pond uit een fonds kan halen door inhoudelijk op afstand te blijven. Noem het de ‘kunst van het loslaten’. In de citymarketing wordt wel gesproken over ‘liefdevolle verwaarlozing’ om de rol van de overheid te typeren: toon belangstelling en faciliteer, maar bemoei je er niet operationeel mee. De ‘lead’ moet volledig bij ondernemers liggen, daarmee roep je de meeste dynamiek op en oogst je op lange termijn het meeste succes.

Gerelateerde artikelen

Column Ondernemersfonds #4: Participatie

Column Ondernemersfonds #4: Participatie en de kunst van het loslaten Het Ondernemersfonds. Het concept is aan onze tekentafel ontstaan. We hebben tientallen fondsen in de startfase mogen begeleiden. En we staan vele [...]

Verbeeldingskracht in Deurne

Verbeeldingskracht in Deurne Deurne start per 1 januari met een Ondernemersfonds. In een eerdere nieuwsbrief deelden we al de toegift die Rob op persoonlijke titel schreef over ‘zijn dorp’. Het ambitieniveau in Deurne [...]

Meer artikelen

Mevrouw Kuiper stemt tot nadenken

Mevrouw Kuiper stemt tot nadenken Mijn moeder bracht haar laatste jaren door in een zorgcentrum. Zo’n klassiek bejaardenoord: een op z’n kant gezette sigarendoos, kleine studio’s aan lange gangen, een recreatiezaal als [...]

Het verschil tussen aso en adel

Het verschil tussen aso en adel - het verbindend vermogen van een lokale elite Journalist Gertjan van Schoonhoven had een ‘long read’ over Wassenaar in het zomernummer van EW (voorheen Elsevier). Hij citeerde [...]

Column Ondernemersfonds #4: Participatie

Column Ondernemersfonds #4: Participatie en de kunst van het loslaten Het Ondernemersfonds. Het concept is aan onze tekentafel ontstaan. We hebben tientallen fondsen in de startfase mogen begeleiden. En we staan vele [...]

Lerende netwerken 1: De Basics

Lerende netwerken - een bijzondere vorm van samenwerking | Deel 1: de basics Breng mensen samen, deel ervaringen, en leer samen! Het werken in lerende netwerken is  een beproefde methode voor competentieontwikkeling [...]

Neem contact op

Neem contact met ons op via bijgaande contactgegevens. Wij komen spoedig met een reactie.

Inschrijven voor onze nieuwsbrief: