Project omschrijving

Themareeks: wat kan niet-stedelijk Nederland doen om vitaal te blijven?

De Company Town: afhankelijkheid doorbreken

Tata Steel (Hoogovens) in IJmuiden, foto Sander van der Molen

Wie Eindhoven zegt, zegt Philips. Spreek over de IJmond en we denken aan de Hoogovens. En Westland heeft nationale bekendheid als tuinbouwcluster. Zo zijn er meer dorpen, steden en regio’s waar één economisch complex zo dominant is dat de lokale identiteit er deels mee samenvalt. Het kan gaan om één bedrijf, zoals de Hoogovens in de IJmond. Vaker is het een cluster van bedrijven – al dan niet gegroepeerd rondom één centrale motor – zoals de sierteelt in Aalsmeer en de voedingsindustrie in Veghel. En het gaat niet alleen om industrie en landbouw, het kan ook gaan om toerisme (Noordwijk) of retail (Nistelrode).

Zolang het goed gaat met het dominante complex, gaat het goed met deze steden en dorpen. Veel van de bedrijven zijn lokaal goed geworteld en investeren in hun omgeving. Maar die afhankelijkheid is ook risicovol. Als het dominante complex onder druk komt te staan heeft de hele omgeving daar last van. En het wordt nog lastiger als “company” en omgeving tegenover elkaar komen te staan door botsende belangen.

Een harde crisis kan ook louterend werken. Eindhoven was tot in de jaren 1990 een ‘companytown’ rondom Philips. De positie van Philips bleek onhoudbaar en tijdens de Operatie Centurion gaf het bedrijf de dominante positie prijs. De regio vreesde voor een drama vergelijkbaar met de sluiting van de mijnen in Limburg of de scheepswerven in Rotterdam. De urgentie die toen gevoeld werd voor behoud van technisch talent, voor het stimuleren van ondernemerschap en voor het behoud van de regio als relevant productiemilieu, heeft uiteindelijk tot Brainport geleid.

 
Karakteristieken van de company town:

  • Groot economisch complex dat historisch verknoopt is met stad en/of dorpskernen. In veel gevallen industrieel van karakter, maar kan bijvoorbeeld ook toeristisch van aard zijn.
  • Complex is als grootste werkgever van grote betekenis geweest voor omgeving. Heeft gezorgd voor werkgelegenheid, investeringen en sponsorrelaties en soms zelfs aanleg van woonwijken, komst van onderwijs/sport/cultuur en vorm van identiteitsvorming. De bevolking kan vaak rekenen op goed voorzieningenniveau, ook door hoge zakelijke vastgoedwaarde met dito lokale belastingafdracht.
  • De samenwerking van het complex met haar omgeving kan onder druk komen te staan. Door afname van de werkgelegenheidsfunctie, botsende omgevingsbelangen (milieu, lucht, geluid) en/of de congestie die het complex oproept (bv. veel toeristisch verkeer).

Een typologie van middelgrote gemeenten

De typologie middelgrote gemeente is een themareeks over de gevolgen van urbanisering voor niet-stedelijk Nederland. De kennis die we daarvoor gebruiken hebben we opgebouwd aan de hand van diverse leergangen die Blaauwberg heeft ontwikkeld. In het bijzonder de twee bestuurlijke leergangen voor de Colleges van B&W van Voorschoten en Wassenaar, waar we gekomen zijn tot een typologie met 11 onderscheidende typen.

We hebben deze typologie zelf geconstrueerd aan de hand van statistische gegevens, bekende historie en actuele omgevingskennis. En met plaatsing van Nederlandse en lokale ontwikkelingen, in het bredere internationale perspectief van de ‘urban studies’.

Company town

  • Het complex is veelal actief in een zeer internationaal competitieve omgeving. De inzet van kenniswerkers en arbeidsmigranten is vaak hoog, dat stelt nieuwe eisen aan voorzieningenniveau in de omgeving: meertaligheid, hospitality, verwelkoming, huisvesting, eigen supermarkten/retail, vragen naar internationaal onderwijs, en specifieke vormen van cultuur en sport (bv. cricket)

Foto van glastuinbouwcomplex in ‘s-Gravenzande, gemeente Westland. 

Uitdagingen en valkuilen

Het complex heeft de omgeving vaak veel gebracht. De veerkracht en weerbaarheid van de omgeving is echter gebaat bij verbreding van het economisch profiel, meer diversiteit en minder afhankelijkheid. 

  • Gebruik maken van de trekkracht en kennisfunctie van het complex. Stimuleren van verbindingen tussen complex en onderwijs- en kennisinstellingen, zoals het Westland gebruikt maakt van kennis uit Wageningen en het foodcluster in Veghel verbindingen heeft met de Hogere Agrarische School in Den Bosch.
  • Voedingsbodem creëren voor aanpalende vormen van bedrijvigheid met potentieel eigenstandige positie. Stimuleren van spin-offs en innovatieve startups door goede mix aan vestigingsvoorwaarden: huisvesting/incubators, open kennisfunctie, relaties met onderwijs, innovatief klimaat, podium aan rolmodellen, kredietfaciliteiten, etc.
  • Verder stimuleren van ‘civic leadership’ bij bestaande complex. Uitdagen om lokaal te investeren, niet alleen financieel maar ook met kennis en capaciteit. Bijvoorbeeld met ‘giving back’ programma’s.

Voorbeeldgemeenten

IJmond | Noordwijk | Westland | Heerenveen | Drachten | Moerdijk
Terneuzen | Aalsmeer | Veghel | Hoogeveen | Sittard-Geleen

Statistische kenmerken

Meer informatie/contact

Blaauwberg verzorgt strategische leergangen op maat in diverse regio’s/gemeenten (o.a. Apeldoorn, Leiden, Amsterdam en Den Haag). In een themareeks nieuwsbrieven delen we bovenstaande inhoud, een kleine voorproef van de kennis en vragen die in deze sessies aan de orde komen.

Belangstelling voor een leergang/masterclass in uw omgeving? Behoefte aan strategische ondersteuning? Neem vrijblijvend contact op.

Neem contact op

Neem contact met ons op via bijgaande contactgegevens. Wij komen spoedig met een reactie.

Inschrijven voor onze nieuwsbrief: