Ondernemersfondsen in crisistijd

Ondernemersfondsen op woz-basis hebben zich bewezen als stabiele basis voor de gezamenlijke belangen van ondernemers. Maar daarmee is het in deze crisistijd geen ‘business as usual’. De fondsen moeten nu laten zien dat ze er zijn en dat ze kunnen bijdragen aan perspectief voor de lokale ondernemers.

In dit artikel bieden we een selecte lijst van tips voor bestaande fondsen en initiatiefnemers op plekken zonder fonds.

1 Corona-route voor startende fondsen

We beginnen met een hint voor ondernemers en gemeentebesturen die nog geen fonds hebben. Een fonds is een adequate en stabiele grondslag voor samenwerking van bedrijven. Ze vormen in de gemeenten waar ze actief zijn een onmisbaar stuk van de lokale infrastructuur. Op veel plekken wordt om die reden gekeken naar de mogelijkheid om een fonds op poten te zetten. Die ambitie is in de huidige crisistijd enkel relevanter geworden, het biedt de gelegenheid de lokale economie van slagkracht te voorzien in een lastige periode. De ‘timing’ van een fondsinitiatief is tegelijkertijd niet erg gelukkig. Een fonds wordt bekostigd door een opslag op de ozb voor niet-woningen. Per bedrijf gaat het om overzichtelijke bedragen. Maar elke lastenverhoging is in deze crisistijd een extra aanslag op de liquiditeit van bedrijven, hoe symbolisch ook. Dat werpt een stevige drempel op voor politieke discussie over een fonds.

In een aantal gemeenten wordt nagedacht over een bijzondere corona-route voor fondsvorming. Die routing ziet er als volgt uit. Er wordt versneld gestart met de vorming van een ondernemersfonds. De financiering van het fonds wordt gedurende de crisis ten laste gebracht van de gemeente. De ‘deal’ is dat het fonds zoals de meeste woz-fondsen geheel onder regie van ondernemers functioneren. Zij bepalen waar het geld aan uit wordt gegeven. Vanuit de overtuiging dat ondernemers het beste kunnen beoordelen waar de lokale economie het meest bij gebaat is. En met het idee dat eigenaarschap van een initiatief door ondernemers op lange termijn het meeste succes en commitment oplevert. Zodra de economie weer geheel draait in 2022 of 2023 wordt het fonds alsnog omgezet in een volwaardig ondernemersfonds bekostigd via de ozb. Deze route kost de gemeente eenmalig geld. Maar het is een effectieve manier om een crisisinvestering te doen die het lokale bedrijfsleven echt ondersteunt. En tevens een duurzame structuurversterking die lang na de crisis in stand kan worden gehouden.

2 Investeer in actief fondsmanagement

In de praktijk valt er wat stilte rondom een aantal fondsen. Daar zijn best aanwijsbare redenen voor. De bijeenkomsten van verenigingen zijn tot nader orde geschrapt. Plannen en bestedingen die daar normaal gezien uit voortkomen blijven uit. Aan de andere kant zijn er veel activiteiten die vanuit fondsen worden gefinancierd nu niet goed mogelijk. Evenementen en promotionele activiteiten vallen onder het lockdown regime in het water. Het kost tijd om te schakelen.

Fondsen met een actieve vorm van fondsmanagement hebben een voorsprong. In plaats van wachten op voorstellen en bestedingen wordt er actief gejaagd op plannen en latente behoeftes. Er zijn tal van voorstellen denkbaar die ondernemers ontlasten en van broodnodige steun voorzien. Denk aan lokale bezorgplatforms en de opzet van ‘buy local’ websites. Of de opzet van aangepaste corona-winkelroutes in samenspraak met de gemeente. Of goed doordachte toeristische campagnes die kunnen worden ingezet zodra de situatie het toelaat. Het uitwerken, testen, bespreken en delen van dergelijke initiatieven vergt tijd en capaciteit. Een actieve fondsmanager aangestuurd door lokale ondernemers kan daarin veel betekenen. Er is continuïteit, slagkracht en een persoon die het contact met gemeente en andere partijen kan structureren.

3 Bied een podium aan ‘good practices’

De verspreiding van het virus is tijdelijk afgeremd maar zal de economie voor langere tijd parten blijven spelen. We hebben ons voor te bereiden op een langere periode met contactbeperkingen en afstand houden. Een horizon van twee jaar is aannemelijk. Iedere ondernemer denkt na over de consequenties voor de eigen bedrijfsomgeving. In de horeca en bij contactberoepen gaat dat noodgedwongen heel snel. In andere sectoren is het nog steeds zoeken naar een werkbaar model.

Ondernemers leren het meeste van elkaar en zijn op zoek naar ‘good practices’. Hoe om te gaan met de anderhalve meter? Wat spreek je af met je personeel? Hoe verzorg je het klantcontact? Zijn er innovatieve hulpmiddelen beschikbaar? Sector- en brancheorganisaties doen hun werk en komen met adviezen. Een lokaal platform van kennis & kunde deling kan het aanbod voor bedrijven verder verrijken. Digitaal en – bij voorkeur ook – met fysieke ontmoetingen. Een Ondernemersfonds kan als centralisatiepunt van het lokale ondernemerschap het initiatief nemen hiertoe.

4 Bouw voldoende flexibiliteit in

Veel ondernemersfondsen werken met een fijnmazige structuur. Iedere georganiseerde partij – gebied, sector – haar eigen trekkingsrecht. Daarmee hebben fondsen veel steun en eigenaarschap weten te werven bij ondernemers.

Al te strikt vasthouden aan de bestaande trekkingsrechten kan echter de dynamiek uit een fonds halen. Langer bestaande fondsen werken al enige tijd toe naar meer flexibiliteit. Onder meer in de vorm van gemeentebrede budgetten. Fondsen met een flexibele structuur blijken in de huidige periode sneller te kunnen schakelen. En daarmee kunnen zij snel een relevante bijdrage leveren ten dienste van lokale ondernemers.

5 Denk na over een ‘revolving fund’

Het pakket aan rijkssteunmaatregelen (now, tozo, togs) is een effectieve maar zeer generieke wijze van steunverlening. Iedere gemeente telt wel een aantal bedrijven, startups en semi-private organisaties die niet of slechts ermee zijn geholpen. We zien het met name bij de startups. Ze zijn levensvatbaar en innovatief maar ook cashpoor. In de huidige crisistijd kunnen ze onvoldoende investeringskapitaal aantrekken dat noodzakelijk is om te overleven. Voor een duurzaam herstel van de lokale economie heb je juist dit soort talentvolle, jonge bedrijven nodig.

Een fonds kan overwegen te investeren in een tijdelijke kredietfaciliteit. Een specifieke faciliteit: niet de liquiditeit – daar zijn rijksregelingen voor – maar investeringen die nodig zijn om deze bedrijven in de coronamodus te laten overleven. Een ‘revolving fund’ dat investeert in levensvatbare, innovatieve lokale bedrijven en zichzelf terugverdient. Een fonds kan dit niet alleen doen. Van gemeente, provincie en/of regionale fondsen mag ook een bijdrage worden verwacht. Al is het maar een garantstelling zodat eventuele verliezen niet drukken op de toch al aangedane kassen van ondernemers.

Neem contact op

Neem contact met ons op via bijgaande contactgegevens. Wij komen spoedig met een reactie.